Het hing sinds de succesvolle Shell-klimaatzaak al boven de markt: welk bedrijf krijgt de volgende dagvaarding van Milieudefensie in de bus? De precieze naam is nog niet bekend (die volgt in januari), maar dat de ngo in elk geval kiest voor een financiële instelling, zoals dinsdag bekend werd, is volgens experts geen verrassing.
Banken, verzekeraars en pensioenfondsen worden door Milieudefensie bestempeld als de „bankiers van de klimaatcrisis”, wegens hun grote financiële steun voor fossiele projecten in de vorm van leningen, of door bedrijven te helpen met de uitgifte van obligaties. Maar niet alleen ngo’s zijn kritisch. Ook de wetgever en toezichthouders eisen meer van deze sector.
Banken moeten van de Europese Centrale Bank intensiever met hun klanten praten om te achterhalen hoe die bedrijven worden geraakt door de klimaat- en milieucrisis, en hoe zij zich daarop gaan aanpassen. Anders zien zij potentiële risico’s op hun balans over het hoofd. De Nederlandsche Bank stelde in 2022 in een analyse dat bedrijven die door Nederlandse banken worden gefinancierd te langzaam omschakelen naar duurzame alternatieven om te voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs. Zo worden de energiebedrijven waaraan banken leningen verstrekken te langzaam duurzaam, en maken de gefinancierde autofabrikanten nog te veel benzineauto’s. „Oliewinning door bedrijven in de kredietportefeuille van Nederlandse banken neemt de komende jaren juist toe”, aldus DNB, „terwijl een afname noodzakelijk is.”
Tot nu toe concentreert het toezicht zich op de gevolgen van klimaatverandering voor de financiële stabiliteit van banken, zegt Rens van Tilburg directeur van het Sustainable Finance Lab, een onderzoeksplatform aan de Universiteit Utrecht. Denk aan een huis dat verloren gaat door een overstroming. De hypotheek wordt dan niet terugbetaald, wat een risico is voor een bank. Van Tilburg: „De laatste tijd zien we dat toezichthouders voorzichtig ook meer kijken naar de impact van financiële spelers zelf op de buitenwereld.”
Kritischer houding
Die kritischer houding is ook terug te zien in nieuwe regelgeving, zegt Van Tilburg. „Bijvoorbeeld bij de nieuwe accountingregels waar vanaf komend jaar ook banken aan moeten voldoen. Ze moeten heel precies rapporteren over bijvoorbeeld de CO2-uitstoot, of ontbossing die ze veroorzaken met hun leningen. Ook nieuwe Europese bankenregels gaan mogelijk over de impact van banken op de buitenwereld – maar dat is nog een heet hangijzer in de EU.”
Tim Bleeker, universitair docent milieuaansprakelijkheid bij de Vrije Universiteit in Amsterdam, ziet ook dat toezichthouders en wetgevers steeds kritischer kijken naar de geldstromen die naar de fossiele industrie gaan. „Maar een klimaatzaak aanspannen gaat wel een stap verder dan scherper toezicht.”
Milieudefensie heeft daarin niet de primeur, zegt Bleeker. Er loopt een grote Franse zaak tegen BNP Paribas, volgens de aanklagers de eerste klimaatzaak tegen een commerciële bank ter wereld. De grootbank wordt ervan beschuldigd Europa’s grootste financier van olie- en gasprojecten te zijn. Die zaak is weer geïnspireerd door het succes van Milieudefensie bij Shell, een overwinning die overigens in april op de proef zal worden gesteld in hoger beroep.
Lees ook
Milieudefensie dreigt met zaak tegen financiële sector: bank, verzekeraar of pensioenfonds mogelijk volgende doelwit
Meer transparantie
De bank geeft Milieudefensie gelijk dat er meer transparantie moet zijn over prestaties. Ook verzekeraar NN vindt dat het goed is om „tussentijdse resultaten van ons duurzaamheidsbeleid” beter bekend te maken.
De financials hebben ook wel kritiek op de aanpak van Milieudefensie. De ngo gaat volgens hen sneller dan realistisch is en lijkt meer aan te sturen op ‘desinvesteren’ (stoppen met leningen en andere financieringen). De financiële partijen zelf hebben meer fiducie in de ‘engagement-aanpak’: een relatie onderhouden met een bedrijf en dan als financier of aandeelhouder maatregelen eisen om te verduurzamen.
De kritiek van Milieudefensie is dat er met dit ‘engagement’ te weinig concrete stappen zijn vastgelegd. „Wanneer is de maat vol en stoppen ze met financieren? Dat ligt niet vast voor de buitenwereld en is daarmee niet controleerbaar.” De financiële instellingen noemen dit in hun reacties ‘werk in uitvoering’. Zo publiceert NN in de komende weken een rapport over de uitgangspunten rond hun engagementbeleid, en is al aangekondigd dat er een tweede versie volgt.
De vraag is of financiële instellingen wel genoeg haast maken met hun verduurzaming. Mogelijk komt daar volgend jaar al antwoord op – niet alleen voor die ene instelling die Milieudefensie in januari mogelijk dagvaart. Zowel de ECB als DNB hebben aangekondigd in 2024 te gaan handhaven wat betreft duurzaamheidsbeleid. Doet een bank of verzekeraar dan niet genoeg aan duurzaamheid, dan kan een boete of berisping volgen.